Om met het antwoord op de titel te beginnen: Nee! De afdaling is de prijs die je moet betalen voor een mooie klim!

In het donker werden we afgezet bij de start van de Tongariro Alpine Crossing. Warm aangekleed en met de zaklamp in de aanslag begonnen we om 06.25 aan de tocht. Na ruim een half uur begon het langzamerhand licht te worden. Het eerste deel van het traject was aangeduid als gemakkelijk en het ging ook inderdaad vlotjes. Wel wat klimmen, maar goed te doen en over een aangelegd pad. Bij Soda Springs was het voorlopige laatste toilet te vinden en een bemoedigend bord: weet je zeker dat je verder wilt? Je kunt nu nog omdraaien! Laatste waarschuwing of je wel de juiste spullen en voldoende drinken bij je had en of je wel fit genoeg bent. Hee, wij zijn niet voor niets sinds anderhalf jaar intensief aan het sporten om conditie op te bouwen!!
Dit stuk van de tocht heet “The Devil’s staircase”. Het is een stijle klim, soms over een pad, soms via een aantal aangelegde treetjes. Pittig en we zijn best een aantal keren gestopt om even op adem te komen, maar liepen het stuk in de daarvoor gestelde tijd! Het volgende stuk klimmen tot aan de Red Crater was even andere koek. Niks aangelegd pad, klimmen en klauteren over rotsblokken en keien. Steeds een plekje zoeken om je voet goed kwijt te kunnen en intussen was de zon ons aan het verwennen, waardoor het erg warm werd en moeilijk om te zien waar je liep. Bovenaan gekomen een aantal beloningen:
– Een adembenemend uitzicht op de Red Crater en de omgeving
– Een gevoel van trots dat de conditie die we graag wilden er ook echt is! (Thx Arendse en Joanne)
– De wetenschap dat het vanaf hier (denken we op dat moment) alleen nog dalen is.
De chauffeur die ons vanochtend afzette, had ons gewaarschuwd: van de Red Crater naar beneden richting Emerald Lakes is een heel stijl stuk met losse stenen en as/zand. Hij had niets teveel gezegd. Hakken in het zand zetten, achterover leunen, zijwaarts naar beneden en nog ging Theo 1 x onderuit en Kitty 2 x. Gelukkig hebben we nog zat zitvlees om dat op te vangen ;-).
Tot onze verrassing daarna toch weer een aardig stukje klimmen richting het Blue Lake.
En intussen voortdurend om je heen de prachtigste beelden en honderden andere klimmers.
Na Blue Lake kon de grote afdaling beginnen. Dalen bleek fysiek zwaarder dan het klimmen, althans voor Kitty. Na een aantal kilometers kreeg zij last van haar knie. Jezelf tegenhouden op het hellende pad of (misschien erger nog) de aangelegde treetjes aflopen, wordt dan eerder strompelen dan stevig lopen. Na een wat langere pauze bij Ketehari Hut aan de laatste kilometers begonnen, die eindigden door een stuk bush. Prachtig om te zien, maar tegen die tijd ging het steeds langzamer. De vlakke stukken lukten prima, maar iedere daling bracht meer pijn in de knie teweeg.
Goed bedoelende inhalende wandelaars riepen Kitty toe: nog maar een klein stukje. Maar zo voelde dat niet. Ik geloof niet dat we ooit eerder zo blij zijn geweest om een parkeerplaats te zien. Net 10 minuten nadat de voorlaatste shuttle was weggereden. 3 kwartier wachten op de volgende dus.
Maar in die 3 kwartier wel tig keer tegen elkaar gezegd dat het het allemaal waard was. Wat een ongelooflijk prachtige wandeling en wat een heerlijk gevoel om die volbracht te hebben!!
Uiteindelijk hebben we er een uurtje langer over gedaan dan we zelf van tevoren ingeschat hadden, dus zijn we best tevreden. Zeker nu we na een lekker douche, warme maaltijd en kopje koffie met de voetjes omhoog zitten en nagenieten door alle 113 (!) foto’s de revue te laten passeren.
Jullie zullen het voorlopig met 3 moeten doen ;-). Morgen rustdag!

Categorieën: Nieuw Zeeland 2015