Vanochtend vroeg vertrokken uit bergdorp Berastagi. De reis voerde ons langs een druk bewoond Batak dorpje, waar we even doorheen gewandeld zijn en velden met bekende en onbekende landbouwgewassen, waar Suriya ons aan liet ruiken, voelen en uitleg gaf over de verwerking. Ook zijn we gestopt bij een grote waterval, waarbij we meteen een mooi uitzicht hadden op onze bestemming: het Tobameer. De reis voerde verder langs het ruim 400 jaar oude Batak huis dat door koningen werd bewoond en nog in zeer goede staat verkeert.
Vanuit het restaurant waar we lunchten hadden we niet alleen opnieuw een mooi uitzicht over het meer, maar ook op de plaatselijke flikflooiende jeugd, die onze belangstelling niet zo kon waarderen ;-).
Met de ferry staken we in een half uur over naar het midden in het meer gelegen Samosir eiland. Het hotel bestaat uit cottages in Batak stijl en we kunnen zo het meer inlopen om te zwemmen. Jammer dat het regende … (ja hier ook!!!).
Batak is trouwens de naam van een zestal stammen, waarvan de leden veronderstellen allen van dezelfde voorvader af te stammen. Ze bouwen huizen met bijzondere puntdaken en fraaie ornamenten.
Morgenochtend gaan we een Batak dansvoorstelling bekijken, morgenmiddag zwemmen of fietsen, afhankelijk van het weer, onze zin en de maat van de fietsen ;-).
De eigenaresse van het hotel is Duitse van origine en heeft een bakkerij met Duits brood en banket. Vandaag is ze jarig, zodat we zojuist getrakteerd werden op schwarzwalder taart.

Categorieën: Indonesië 2012